top of page

KUNSTSTAD

HENDRIK WILLEM MESDAG EN DE HAAGSE SCHOOL


Het Haagse Gemeentemuseum, het Museum Mesdag en het Panorama Mesdag herinneren aan de dominante aanwezigheid van een groep schilders uit het laatste kwart van de 19de en het begin van de 20ste eeuw die te boek zijn komen te staan als de Haagse School.

 

Twee generaties lang gaven zij, aldus de kunsthistoricus Ronald de Leeuw, in Nederland de toon aan. Hun thema’s waren even nederig als klassiek: landschap, vee, interieur. Met groot raffinement en groeiende innigheid beeldden ze het Hollandse polderlandschap uit, persten ze poëzie uit een doorlijkje in een keuken of stalen brachten ze lief en leed in vissersplaatsjes als Katwijk en Scheveningen tot leven. Hier vond men dus niet het mondaine stadsleven dat in het Franse impressionisme een hoogtij beleefde, maar een stugge trouw aan thema’s die ook al domineerden bij de Hollandse schilders uit de Gouden eeuw.

 

"Met groot raffinement en groeiende innigheid beeldden ze
het Hollandse polderlandschap uit, persten ze poëzie uit een doorlijkje in een keuken of stalen brachten ze lief en leed in vissersplaatsjes als Katwijk en Scheveningen tot leven.

Tot de bekendste behoren Hendrik Willem Mesdag wiens tot museum getransformeerde woonhuis aan de Laan van Meerdervoort zijn eigen werk bevat, maar ook werken laat zien uit de door hem bewonderde School van Barbizon, en Vincent van Gogh, wiens vroege werk vóór zijn vertrek naar het zuiden ook tot de Haagse School gerekend wordt. Mesdag liet niet alleen een eigen museum na, hij schilderde ook het Panorama met zijn naam dat zich bevindt in de Zeestraat. Het moest, aldus de Belgische initiatiefnemer, een spektakelstuk zijn in de trant van de Slag bij Waterloo waarvan er zo vele waren rond 1900. Mesdags Panorama geeft in een soort rotonde vanaf (het later afgegraven) Seinpostduin een blik op het strand en de zee bij het vissersdorp Scheveningen rond het jaar 1880. Het was een enorm karwei voor een doek van bijna 1700 vierkante meter! Mesdag klaarde het in vier maanden tijds, maar daarbij had hij wel de hulp van zijn vrouw Sina van Houten, een niet onverdienstelijke amateurschilder, die het vissersdorp voor haar rekening nam. Zelf nam Mesdag de zee, het strand en de platbodems – het schilderen van de zee en de schepen zou zijn specialiteit worden. De nog jonge Georg Breitner schilderde de ruiterfiguren op het strand. Het panorama heeft niet alleen artistieke waarde, het werpt de blik op een strandplaats voor de komst van het mondaine en massatoerisme dat Scheveningen totaal zou veranderen.

 

Mesdag was zeker niet de belangrijkste schilder van de Haagse School, maar als zoon van een (Groningse) bankier de kapitaalkrachtigste. In het Gemeentemuseum aan de Stadhouderslaan vindt men belangrijk werk van Breitner, Roelofs, Maris en Mauve (spreek uit met een Hollandse au). Lang niet al deze schilders concentreerden zich op het Hollandse landschap, met name Breitner schilderde ook veel stadsgezichten. De schilders van de Haagse School kregen aan het eind van de negentiende eeuw veel waardering, maar na de Eerste Wereldoorlog taande de belangstelling aanzienlijk. Pas in de jaren zestig bloeide de belangstelling weer op. Dat bleek uit de kunsthandel en in 1965 organiseerde daarom het Gemeentemuseum een grote overzichtstentoonstelling. In 1983 werd een nieuwe tentoonstelling door hetzelfde museum opgezet, die naderhand ook in Parijs en Londen te zien was. Van toen af aan waren deze schilders als een aparte categorie op de kaart gezet.

bottom of page