top of page

LITERAIRE STAD

DEN HAAG IS DE EEUWEN DOOR EEN STAD VAN SCHRIJVERS EN DICHTERS GEWEEST.

 

Constantijn Huygens, de secretaris van drie Oranjeprinsen, is een van de grootste dichters uit de Gouden Eeuw. In zijn huis in Hofwijck aan de Vliet in het naburige Voorburg rustte hij uit van zijn vele reizen en ambtelijke beslommeringen en daar schreef hij zijn veelzijdige poëzie waarin hij op spitse wijze de gewoonten van zijn tijdgenoten beschreef.

 

Maar als we ons naar recentere tijden verplaatsen komt ons toch op de eerste plaats Nederlands grootste romancier, Louis Couperus, tegemoet. Hij was bevriend met de Vlaming Cyriel Buysse die ook geregeld in Den Haag woonde en werkte. Maar waar Buysse op meedogenloze wijze het leven op het arme Vlaamse platteland beschreef, is Couperus de verfijnde estheet en de chroniqueur van het Haagse negentiende-eeuwse fin de siècle. Hij is terecht vergeleken met klassiek geworden negentiende-eeuwse schrijvers als Emile Zola, George Eliot en Theodor Fontane. De straten en gebouwen waar zijn romanfiguren uit de hogere Haagse kringen rondliepen, bestaan nog steeds. In het Louis Couperusmuseum aan de Javastraat 17 zijn voorwerpen uit zijn nalatenschap en een deel van zijn werkkamer terug te zien. Vandaar uit zijn ook wandelingen te maken door de Archipelbuurt, de wijk waar Hagenaars die fortuin hadden gemaakt in Indië gingen wonen zoals de familie van de schrijver.

 

Andere vooraanstaande en nog altijd gelezen Haagse schrijvers zijn Truitje Bosboom-Toussaint en Marcellus Emants. De eerste schreef historische romans die ongemeen populair werden, Emants schreef naturalistische romans. Hij is wel de grondlegger genoemd van de moderne Nederlandse literatuur. Van recenter belang is Ferdinand Bordewijk. Zijn werk ademt met boeken als Karakter en Bint de geest van de jaren dertig. Nog steeds wordt naar Bint verwezen als het gaat om (het gebrek aan) orde, tucht en autoriteit van de leraar in de klas. Zijn grootste roman, Karakter. staat voor de mogelijkheid om met zelfdiscipline en doorzettingsvermogen je doel te bereiken, ondanks de tegenwerking van zelfs je eigen vader.

In onze tijd werd Kees van Kooten een literair fenomeen. Hij werd vooral bekend door zijn radio- en tv-optredens met Wim de Bie in de jaren tachtig negentig. Daarmee beïnvloedde hij het taalgebruik van een hele generatie. Van Kooten gebruikte in zijn conferences en teksten het Haags, het bekendste stadsdialect van Nederland. Lange tijd werd er nog op neer gekeken, maar onder in vloed van Van Kooten werd het een cultonderwerp.  Het dialect diende als een vorm van kritiek op de reputatie van een stad die lange tijd zo’n deftige uitstraling had.

 

Na de Tweede Wereldoorlog verdween veel literair leven naar Amsterdam. Den Haag behield echter zijn Haagse Kunstkring met een sectie van schrijvers waarvan het bekendste lid de conferencier Bart Chabot is. 

Den Haag kent ook al weer jaren een internationaal literatuurfestival Winternachten, Tientallen internationale auteurs, grote schrijvers uit eigen land en veelbelovende nieuwkomers komen aan het begin van het jaar samen op Winternachten. Het wordt het mooiste internationale literatuurfestival van Nederland genoemd. Bezoekers kunnen hun hart ophalen aan contacten met auteurs uit binnen- en buitenland en in gesprek gaan over een geliefd boek of favoriete film en inspiratie vinden in voordracht en debat.

 

 

 

Paul van Velthoven

lid van de afdeling Den Haag

bottom of page